Schulden niet te goeder trouw; toch in de Wsnp
Om tot de Wsnp toegelaten te kunnen worden, moet u voldoen aan een aantal voorwaarden. Eén van de voorwaarden is dat schulden van de afgelopen 3 jaar ‘te goeder trouw’ zijn ontstaan. Voor onherroepelijke strafrechtelijke veroordelingen geldt een langere termijn, namelijk 5 jaar. Lees hier ook de uitleg over ‘te goeder trouw’ zijn.
Bent u niet te goeder trouw geweest ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van uw schulden? Dan wordt u over het algemeen niet toegelaten in de Wsnp. Soms kan een uitzondering worden gemaakt, waardoor u toch kan toetreden tot de Wsnp. Deze uitzondering is gebaseerd op de hardheidsclausule.
De hardheidsclausule
Het kan zijn dat u schulden hebt gemaakt of dat er schulden zijn ontstaan die niet ‘te goeder trouw’ zijn. Lukt het u om de oorzaak aan te pakken en daar een langdurige oplossing voor te vinden? Dan kunt u op basis van de hardheidsclausule misschien toch toegelaten worden tot de Wsnp.
Hardheidsclausule in de praktijk
Hieronder een aantal voorbeelden van schulden die niet ‘te goeder trouw’ zijn ontstaan. Echter, de omstandigheden zijn zo verbeterd dat de hardheidsclausule kon worden toegepast.
- Gokverslaving overwinnen
Iemand is drugsverslaafd, waardoor schulden zijn ontstaan. Hij snapt dat hij hulp nodig heeft. Hij meldt zich aan bij een verslavingskliniek voor een behandeling en komt zijn verslaving te boven. De verslavingsarts verklaart dat de hij tenminste één jaar ‘clean’ is.
- Beschermingsbewind aanvragen
Iemand is niet zelfstandig in staat zijn inkomsten en uitgaven te beheren. Hierdoor geeft hij teveel geld uit en ontstaan schulden Hij ziet in dat het hem niet lukt dit zelf te verbeteren en vraagt beschermingsbewind aan.
De beschermingsbewindvoerder beheert nu zijn geld en betaalt hiervan de vaste lasten. Daarnaast is er een betalingsregeling voor de schulden gestart. Degene met schulden ontvangt wekelijks leefgeld en geeft hierdoor niet meer uit dan hij te besteden heeft.
- Stoppen met de onderneming
Een ondernemer kan zelf niet de boekhouding verzorgen. Ook is er geen geld om dit door een boekhouder te laten doen. Hierdoor ontstaan steeds meer schulden. De ondernemer beseft dat hij/zij niet in staat is om een bedrijf te leiden. Hij stopt met zijn bedrijf en gaat bij een baas werken. Er ontstaan geen nieuwe schulden.