Welke spullen mag ik tijdens de Wsnp houden en welke niet?
Bij de start van de Wsnp komt de bewindvoerder op huisbezoek. Hij kijkt of u spullen (van waarde) hebt die u niet nodig hebt. In overleg met de rechter-commissaris verkoopt hij deze spullen (boedel). Het geld dat dit oplevert gaat naar de schuldeisers.
Spullen die u mag houden
Spullen die u gewoon nodig hebt mag u houden. Het gaat daarbij om:
- Meubels, zoals een bank, tafel, stoelen en bedden, servies, koelkast, wasmachine, eenvoudige keukenapparatuur maar ook kleding, beddengoed etc.;
- Speelgoed van de kinderen;
- (Meestal) huisdieren (al kosten u die wel geld);
Computer, telefoon en tv, zeker als deze voor de kinderen nodig zijn voor school. Soms moet u bijvoorbeeld een duur (telefoon)toestel of luxe computer wel verkopen. Maar, u krijgt er dan een goedkoper exemplaar voor in de plaats.
Spullen die verkocht worden
De bewindvoerder verkoopt de spullen die u niet nodig hebt, ofwel de ‘bovenmatige boedel’. Zoals een auto of scooter (als u deze tenminste niet nodig hebt voor uw werk of vanwege een ziekte of beperking), een boot of caravan, een vakantiehuisje, kunst, antiek, verzamelingen en waardevolle elektronica (bijvoorbeeld een duur fototoestel).