Vakantiegeld, eindejaarsuitkering, bonus en provisie tijdens de minnelijke schuldregeling
Tijdens de minnelijke schuldregeling moet u al uw inkomen boven het vrij te laten bedrag afdragen aan de boedelrekening. Een eindejaarsuitkering, bonus of provisie valt hier ook onder en moet u daarom afdragen aan de boedelrekening. Alleen voor het vakantiegeld is er een andere regeling: daarvan mag u een deel behouden.
Vakantiegeld tijdens de minnelijke schuldregeling
Tijdens de minnelijke schuldregeling mag u elk jaar een deel van het vakantiegeld houden dat u van uw werkgever of uitkeringsinstantie ontvangt. Het "bovenmatig" deel van het vakantiegeld draagt u af aan de boedelrekening.
Als er geen sprake is van budgetbeheer of beschermingsbewind, mag zelf weten hoe u het te behouden vakantiegeld besteedt. U kunt het bijvoorbeeld besteden aan grote uitgaven zoals kleding, een koelkast of een nieuwe fiets. U kunt het ook gebruiken om nieuw ontstane schulden af te lossen. Of om een eventuele boedelachterstand in te lopen.
Hoeveel vakantiegeld behoud ik?
Uw schuldhulpverlener rekent uit hoeveel vakantiegeld u mag behouden. Het te behouden vakantiegeld volgt uit de vtlb-berekening. Het meerdere draagt u af aan de boedelrekening.
Verkorting looptijd per 1 juli 2023
Sinds 1 juli 2023 duren Msnp en Wsnp nog maar 18 maanden in plaats van 36 maanden. Vóór die wijziging was het eenvoudig: drie jaar een schuldregeling betekende drie maal vakantiegeld afdragen. Nu de looptijd nog maar 18 maanden is, kunt u tijdens die looptijd het vakantiegeld 1x óf 2x ontvangen. Dit hangt af van het moment van de start van de schuldregeling. Het uitgangspunt is dat in beide gevallen in totaal over 18 maanden het bovenmatige vakantiegeld moet worden afgedragen. De schuldhulpverlener zal dit voor u berekenen en u hierover informeren.